Omdat eerdere inspanningen onvoldoende zijn gebleken om tot energiebesparing over te gaan wordt er vanwege het maatschappelijk belang nu gekozen voor een andere aanpak. Met de informatieplicht wordt een striktere handhaving en toepassing van de energiebesparingsverplichting mogelijk.
Een belangrijk obstakel voor een efficiënte handhaving is dat het bevoegd gezag nu geen inzage heeft in de wijze waarop bedrijven en instellingen aan de energiebesparingsplicht voldoen. Ze worden daarom verplicht om aan het bevoegd gezag te rapporteren welke energiebesparende maatregelen zij hebben getroffen. De rapportage wordt door het bevoegd gezag gebruikt om te controleren of aan de energiebesparingsplicht is voldaan.
In het Activiteitenbesluit milieubeheer is per bedrijfstak een lijst met erkende maatregelen energiebesparing opgenomen (de Erkende Maatregelenlijst, of EML). Een bedrijf of instelling is niet verplicht deze maatregelen te nemen, maar als alle voor de bedrijfstak toepasselijke maatregelen zijn uitgevoerd, wordt in ieder geval aan artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit voldaan. In een dergelijk geval kan in de rapportage worden volstaan met de kennisgeving dat deze maatregelen zijn uitgevoerd. De erkende maatregelenlijsten zullen periodiek geëvalueerd en aangepast worden.
Wanneer er een alternatieve maatregel is getroffen ter vervanging van de erkende maatregel uit de EML moet gemotiveerd worden of die maatregel ten minste een gelijkwaardig energiebesparend effect behaalt. Het bedrijf of instelling kan bijvoorbeeld verregaande of meer innovatieve maatregelen getroffen hebben dan andere bedrijven of instellingen in zijn sector. Of vergelijkbare maatregelen als de maatregelen van de EML, die beter passen in de concrete bedrijfssituatie.
Aan de hand van de onderbouwing en motivering bepaalt het bevoegd gezag of er voldaan wordt aan de energiebesparingsplicht wanneer afgeweken wordt van de Erkende Maatregelen. Een tekort aan financiële middelen is geen argument voor het niet nemen van een maatregel met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. De uitgebreide motivering in de rapportage geldt alleen voor alternatieve maatregelen. Niet genomen maatregelen kunnen vrijwillig worden toegelicht. Dit wordt echter wel aangeraden om vragen van het bevoegd gezag hierover voor te zijn.
De rapportage moet uiterlijk op 1 juli 2019 voor de eerste maal gedaan zijn. Dit is noodzakelijk om nog een bijdrage te kunnen leveren aan het behalen van de landelijke energie- en klimaatdoelen voor 2020. Tevens is het haalbaar om op deze manier bedrijven tot energiebesparing te bewegen en de doelen te halen. Na 1 juli 2019 wordt iedere vier jaar een nieuwe melding gedaan. Door de ontwikkeling van de techniek is de verwachting dat in de toekomst steeds meer maatregelen een korte terugverdientijd hebben. Daardoor zullen naar verloop van tijd meer maatregelen moeten worden getroffen om te voldoen aan de energiebesparingsplicht. De erkende maatregelenlijst wordt hiervoor ook periodiek geactualiseerd.
De informatieplicht creëert duidelijkheid voor het bevoegd gezag welke maatregelen die zich binnen vijf jaar of minder terugverdienen zijn genomen. De energiebesparingsplicht wordt daardoor beter handhaafbaar en er komt meer inzicht in de doelgroep.
De doelstellingen uit het Energieakkoord komen weer binnen bereik, publieke handhavingsmiddelen kunnen efficiënter ingezet worden en de verhoogde energiebesparing zal leiden tot positieve milieueffecten. Terugverdientijden van vijf jaar of minder betekenen lage of zelfs negatieve maatschappelijke kosten per vermeden ton CO2.