De Wet milieubeheer kent sinds 1993 een energiebesparingsplicht. Op 1 januari 2008 is deze energiebesparingsplicht gedefinieerd als de plicht voor organisaties om alle energiebesparingsmaatregelen te nemen die zich binnen 5 jaar of minder terugverdienen. Dit geldt voor bedrijven én instellingen die meer dan 50.000 kWh stroom of 25.000 m3 aardgas verbruiken.
Aan het Energieakkoord voor duurzame groei van 2013 hebben zich ruim veertig organisaties, waaronder de overheid, werkgevers, vakbeweging, natuur- en milieuorganisaties, maatschappelijke organisaties en financiële instellingen, verbonden. De Energieakkoord-partijen hebben gezamenlijk een totale energiebesparingsdoelstelling van 100 Petajoule (PJ) voor 2020 geformuleerd. Bij de totstandkoming van het Energieakkoord in 2013 werden hoge besparingseffecten verwacht van de naleving van de Wet milieubeheer.
Uit de Nationale Energieverkenning van 2017 (NEV 2017) bleek dat het totale resultaat voor energiebesparing nog 25 PJ achterblijft op het doel zoals dit gesteld is in het Energieakkoord. Deze 25 PJ extra energiebesparing staat gelijk aan circa 1,5 megaton CO2-reductie. Een deel van dit gat wordt veroorzaakt doordat de energiebesparingsplicht niet wordt nageleefd. Aanvullende maatregelen, waaronder de informatieplicht die 6,5 PJ extra energie moet gaan besparen, moeten dan alsnog leiden tot het halen van de bespaardoelen.
Het bevoegd gezag; zoals de de provincies en gemeenten en de door hen gedelegeerde Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) en Omgevingsdiensten (OD’s), zijn verantwoordelijk voor de handhaving. Zij geven aan dat handhaving op de bestaande energiebesparingsplicht moeilijk is. Ten eerste omdat het overzicht ontbreekt welke bedrijven daadwerkelijk maatregelen hebben genomen. En ten tweede omdat per bedrijf discussie kan ontstaan over de te nemen maatregelen, waardoor het voor het bevoegd gezag moeilijk is om aannemelijk te maken dat niet aan de verplichting is voldaan.
Ook hebben niet alle bedrijven en instellingen het besparingspotentieel en de energiebesparingsplicht op het netvlies. Ook door dit gegeven blijft de naleving van de energiebesparingsplicht achter. Bedrijven en instellingen worden vaak pas tot energiebesparing aangezet wanneer zij daarover worden geadviseerd of het bevoegd gezag langskomt.
Het is belangrijk dat de doelen van het Energieakkoord op korte termijn worden bereikt. Doordat de resultaten van de energiebesparingsplicht achterblijven, zoals in kaart gebracht in de NEV 2017, dreigen de doelen uit het energie-akkoord voor 2020 niet te worden gehaald. Daarom is het nodig om via de nieuwe informatieplicht energiebesparing op korte termijn de afgesproken duurzame bespaarresultaten alsnog te halen.